09 augustus 2008

Georgië en de Sovjeterfenis

Deze zomer bezocht ik Monino, een slaperig stadje in de buurt van Moskou, waar zich het Russische luchtvaartmuseum bevindt. Een fascinerende plek, waar 60 jaar aan luchtmachtgeschiedenis langzaam wegroest. Bijna alle vliegtuigen en helikopters die er opgesteld staan hebben landingsgestellen met lekke banden. De verf bladdert van sommige toestellen af, en het lijkt alsof het grasveld waar ze in staan nooit gemaaid wordt. Geld is er maar weinig, historie des te meer. Die historie werd tijdens mijn bezoek verpersoonlijkt door de gids die mijn groepje Nederlanders rondleidde op het terrein. Als piloot in de Sovjetluchtmacht had hij in een Tupolev-22 bommenwerper boven de Stille en Atlantische oceaan gevlogen, geschaduwd door NAVO gevechtsvliegtuigen. Verhalend over het eerste Russische toestel uit de jaren ’40 dat een atoombom kon dragen zei onze gids: “toen probeerde de Amerikanen de wereld te domineren, en was het aan Rusland om weerstand te bieden, net als tegenwoordig”.

Het wantrouwen jegens het Westen, en de NAVO in het bijzonder, is bij sommige Russen nog altijd heel groot. Ook de oorlog tussen Rusland en Georgië, die twee dagen geleden vrij plotseling begon, staat voor Russische machthebbers in het teken van de strijd tegen Westerse hegemonie. De Georgische president, Mihkail Saakasjvili heeft de gok gewaagd om de opstandige Georgische regio Zuid-Ossetië met geweld te “bevrijden” en zo de territoriale integriteit van zijn land te verstevigen. Rusland, dat de de facto afsplitsing van Zuid-Ossetië begin jaren ’90 steunde en er sindsdien “vredestroepen” legert, heeft militaire eenheden de grens over gestuurd om de Georgiërs af te stoppen en dwingen tot “vrede”.

Hoe verhoudt dit conflict zich echter tot de tegenstelling Rusland – Westen/NAVO? Sinds de Rozenrevolutie en de verkiezing van Saakasjvili probeert Georgië een pro-Westerse koers te varen. De president heeft expliciet aansluiting gezocht bij de NAVO, iets wat bij Rusland tot verontwaardiging leidde. De Russen beschouwen de Kaukasus nog altijd als hun achtertuin en stellen het niet op prijs wanneer hun invloedssfeer wordt aangetast. De eerlijkheid gebied te zeggen dat het Russisch wantrouwen niet geheel ongegrond is. Sinds 2002 heeft de VS enkele miljoenen dollars militaire hulp aan Georgië gegeven. In eerste instantie was het geld bedoeld om Islamitische radicalen in de regio te bestrijden, later werd het gebruikt om soldaten te trainen voor de 2000-koppige, Georgische missie in Irak. De hulp was nominaal voor deelname aan de “coalition of the willing”, maar al snel bleek dat de Georgiërs het ook binnen een nationale context uiterst nuttig vonden. Een verslaggever van Jane’s Defense Weekly sprak in 2006 een Georgische commandant die vertelde dat de training erg belangrijk was omdat “we de verloren Georgische gebieden terug willen nemen”. Een Amerikaanse militaire adviseur vertelde de journalist dat “we de Georgiërs het mes in de handen hebben gedrukt. De vraag is nu of ze het zullen gebruiken”.

Afgelopen donderdag werd die vraag door de regering van de Kaukasische republiek met een volmondig “ja” beantwoord. De succesvolle herovering van Zuid-Ossetië zou voor Georgië een PR-stunt van formaat zijn. Niet alleen zou de regering in Tbilisi aantonen dat ze gedecideerd tegen separatisten kan optreden, het zou ook een forse deuk betekenen in het imago van de regionale grootmacht Rusland. Het zou ook Saakasjvili geen windeieren leggen. De president ligt in de Georgische politiek al maanden zwaar onder vuur van verscheidene oppositiepartijen. Een succesvolle heroveringsoorlog zou hem ongetwijfeld veel krediet geven onder de Georgische bevolking.

Maar hoe meer Russische tanks de grens oversteken, hoe meer Georgische steden worden gebombardeerd, en hoe meer het er naar uitziet dat de internationale gemeenschap zich niet echt met het conflict zal bemoeien, des te meer lijkt het erop dat Saakasjvili een forse inschattingsfout heeft gemaakt. Voor Rusland is het niet alleen een vervelende aangelegenheid met een opstandig klein buurlandje, maar een volwaardige aanval van een Westerse satelliet op haar invloedssfeer en waardigheid. De bovengenoemde journalist beschreef hoe de Georgische controleposten die Zuid-Ossetië omsingelen worden bemand door soldaten die uitgerust zijn met Amerikaanse uniformen en wapens. Zelfs hun drinkbussen hebben de letters “US” nog pontificaal op de zijkant gedrukt. Een meer onheilspellende symboliek is voor de Russische machthebbers bijna niet te verzinnen.

De wereld, en het Westen, zullen de komende dagen moeten afwachten hoe de situatie zich ontwikkelt. President Bush is “uitermate bezorgd” en westerse leiders morren dat de territoriale integriteit van Georgië door Rusland gerespecteerd dient te worden. Maar het ontbreekt het westen, en de NAVO-landen in het bijzonder, aan elke morele grond om kritiek te leveren. Dat komt vanwege het conflict over, en de uiteindelijke onafhankelijkheid van, Kosovo, waarbij de NAVO nauw betrokken was. De parallellen tussen de geschiedenis van de Servische deelrepubliek en die van Georgië zijn dusdanig sterk dat het bijna een herhaling van zetten lijkt, met slechts een ander land als decor. De Zuid-Osseten willen zich, net als de Kosovaren, losmaken van het land waar ze op dit moment bij horen. De minderheid van etnische Georgiërs die in Zuid-Ossetië wonen is het hier niet mee eens, maar zal zich moeten schikken, net zoals de minderheid van Servische Kosovaren dat moest. Net als bij Kosovo is er een grote mogendheid die het streven van de separatisten steunt, ook al zijn hun argumenten volgens het internationale staatsrecht uitermate dubieus. En net als bij Kosovo bombardeert die mogendheid het land dat zijn territorium probeert te behouden.

Kosovo is inmiddels onafhankelijk en wordt beschermd door het Westen. Wat hebben Amerika en de NAVO eigenlijk te klagen als Zuid-Ossetië onafhankelijk wordt, beschermd door de Russen? Welke argumenten kunnen aangevoerd worden zonder dat zij de eigen geloofwaardigheid volledig ondermijnen? Westerse mogendheden zullen Rusland langs dezelfde maatstaf moeten leggen die ze voor zichzelf hanteren. Pas als de dubbele standaarden losgelaten worden zullen gewone Russen, zoals de oude Tupolev-vlieger die mij rondleidde, wat van hun wantrouwen verliezen. Pas dan kunnen we uitzien naar een constructievere relatie met het land dat het leeuwendeel van de Sovjeterfenis draagt.

Geen opmerkingen: