17 april 2007

Ismail Haniyeh en 5 mei

Deze column werd op 16/04/2007 voorgelezen voor Studradio op Holland Centraal.

“Op 4 en 5 mei staan we gezamenlijk stil bij oorlog en vrede, vrijheid en onderdrukking, verantwoordelijkheid, mensenrechten, en democratie. De mate waarin en de wijze waarop dat gebeurt wordt mede beïnvloed door de tijdgeest en actuele nationale en internationale gebeurtenissen.” Zo valt te lezen op de site van het nationaal comité 4 en 5 mei onder het kopje “Blijvende Waarden.” “Het is de dag waarop we stil staan bij de betekenis en het belang van vrijheid, grondrechten en democratie,” leest de tekst ietstje eerder op dezelfde pagina. Iedereen is wel bekent met de platitudes rondom de viering van 4 en 5 mei, de dodenherdenking en het bevrijdingsfeest. Het is elk jaar weer een lastige klus voor de organisatoren om deze dagen relevant te houden voor de huidige inwoners van Nederland, en vooral voor de jeugd. Het Palestijnse Platform voor Mensenrechten en Solidariteit had echter in de aanloop naar 5 mei dit jaar geen enkel moeite met het vinden van de relevantie van die idealen in de wereld van vandaag. De PPMS is door Palestijns-Europese organisaties uitgekozen om de vijfde Palestijns-Europese conferentie te organiseren in Rotterdam, met als thema, en ik citeer, het “onbetwistbare recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar hun geboorteland.” Een interessante conferentie met een interessant thema, die mijns inziens wel in de geest van de 5 mei viering is. Het was allemaal niet zo heel nieuwswaardig totdat de organisatie een uitnodiging voor de conferentie verstrekte aan Ismail Haniyeh, eerste minister van de Palestijnse Autoriteit en voorman van de Hamas partij. Dit was tegen het zere been van onze minster van Buitenlandse Zaken, Maxime Verhagen. In een nieuwsbericht van zijn ministerie stond vandaag dat Verhagen de Palestijnse leider een visum wilde ontzeggen en zijn komst naar Nederland zou proberen te voorkomen. Voor zover bekend heeft Haniyeh nog helemaal geen visumaanvraag gedaan, maar als er één komt dan weet Maxime er wel raad mee!

Waarom mag de democratisch gekozen leider van een door Nederland erkende gouvernementele organisatie Nederland niet bezoeken? De reden is de lijst van terroristische organisaties van de EU, waar Hamas opstaat. Verhagen vindt niet dat Haniyeh, als vertegenwoordiger van een organisatie die Nederland en Europa als “terroristisch” bestempelen, zomaar Nederland in zou mogen. Dat diezelfde persoon een gekozen regeringsleider is, nota bene gekozen bij verkiezingen waar Nederland indertijd een voorstander van was, is hier van ondergeschikt belang.

De vraag is hier wat het voor zin heeft om Haniyeh de toegang tot Nederland te ontzeggen, en wat ermee bereikt wordt. Het is duidelijk dat de Palestijnse premier niet aan de grens tegengehouden hoeft te worden omdat hij een gevaar zou vormen voor de nationale veiligheid. Zelfs Ronnie Naftaniel is niet zo gek om de vrees uit te spreken dat Haniyeh bijvoorbeeld met een bomgordel om een aanslag op de Erasmusbrug zou plegen. Het zal veel mensen misschien verbazen, maar de Palestijnse premier is bepaald geen notoire terrorist, tenminste, niet in de zin dat Yassir Arafat of Menachem Begin, beiden ooit geroutineerde geweldsplegers, dat wel waren. Wat is dan de reden om hem buiten te houden? Hij is een prominent lid van een organisatie die op de Europese terreurlijst staat. Maar wat betekent dat precies? Hans van Baalen, woordvoerder Buitenlandse Zaken van de VVD, en nooit te beroerd om Israël onvoorwaardelijk voor te trekken in haar conflict met de Palestijnen, brieste al dat Haniyeh bij zijn aankomst in Nederland in de boeien geslagen moest worden. Het is echter in het geheel niet duidelijk op basis waarvan dat zou moeten gebeuren. De Europese terreurlijst is ingesteld om de tegoeden van de mensen en organisaties in kwestie te bevriezen en rept niet over het beschikken over de persoon zelf. Wat wil van Baalen doen? Op Schiphol wachten tot hij kans ziet om de portemonnee van Haniyeh te rollen? En als we hem dan toch arresteren, wat dan? In Nederland kan hij nergens voor vervolgd worden. Moeten we hem dan maar uitleveren aan Israël? Zelfs de meest extreem-rechtse Likoed politici zullen doorhebben dat de vrede in het Midden-Oosten daar geen baat bij heeft. En bovendien, hoe willen de VVD-woordvoerder en de minister vervolgens aan Turkije verkopen dat Nederland Ismail Haniyeh arresteert of een visum weigert op basis van zijn banden met een terroristische organisatie, terwijl Nuriye Kesbir hier ongestoord kan vertoeven? Kesbir is een van terrorisme beschuldigd kopstuk van de PKK, een organisatie die op dezelfde Europese lijst staat als Hamas, en mag niet alleen in Nederland wonen zonder dat ze Hans van Baalen achter zich aan krijgt, ze geniet ook nog eens gerechtelijk bescherming in de vorm van een uitspraak van de Hoge Raad, die het de Nederlandse staat verbood om haar uit te leveren aan Turkije. Het juridische argument om Haniyeh een visum te weigeren, laat staan te arresteren, lijkt dus volledig ongegrond.

Het komt er vrees ik op neer dat Verhagen de Palestijnse premier niet wil uitnodigen omdat de minister het niet eens is met de denkbeelden van Haniyeh. Verhagen eist dat Hamas de staat Israël erkent, en het terrorisme voor eeuwig afzweert, en daar werkt Hamas vooralsnog niet aan mee. Helaas voor hem is erkenning van Israël geenszins een criterium voor een Nederlands visum, en staat de teller van het aantal bommen dat Haniyeh gelegd heeft op nul, aanmerkelijk minder dan een aantal PKK leden dat vrolijk hier in Nederland rondloopt. En nu zoekt Maxime een juridisch excuus om Haniyeh op basis van zijn verschil van mening de toegang tot het land te ontzeggen. Het is een uiterst bedenkelijke reden om een visum te weigeren, zeker voor een land zoals het onze, dat zo prat gaat op ‘verlichting’ en ‘het vrije woord.’ Zou men de bron van het probleem wellicht ook deels moeten zoeken in de lichte islamofobie van Verhagen? Hamas is immers een uitgesproken islamitische beweging, en deze vervelende karaktereigenschap van de CDA-politicus zou hij in deze zaak niet voor het eerst tonen.

Nederland, Europa en de wereld zouden gebaat zijn bij een verregaande rationalisatie van hun politiek ten opzichte van Israël en de Palestijnen. Op de dag dat wij onze vrijheid, democratie en mensenrechten vieren, is de democratisch gekozen leider van één van de volken die, mede door toedoen van het Nederlands buitenlands beleid, aan die principes het meeste behoefte heeft wellicht niet welkom in ons land. Het is vreemd dat Verhagen Haniyeh de toegang tot Nederland wil ontzeggen, terwijl personen als Kesbir hier ongestoord kunnen wonen. Het is fascinerend dat de Nederlandse regering van Hamas eist dat zij het terrorisme afzweert en Israël erkent, maar zich geen zorgen schijnt te maken om het feit dat Israël het recht van de Palestijnen op een eigen staat niet erkent, zelfs alles in het werk lijkt te stellen om een dergelijke staat te voorkomen, en nog bijna dagelijks doorgaat met het bewust doden van onschuldige Palestijnse burgers. De onwil van Israël om tot een echt vredesoverleg te komen wordt door de recente ontwikkelingen rondom de Saudische en Syrische vredesinitiatieven onomstotelijk blootgelegd, en wordt door de houding van Nederland en de EU alleen maar gesterkt. Het is tijd dat wij de idealen van vijf mei serieus nemen, en de Palestijnse mensenrechten, veiligheid, en het recht op zelfbeschikking een grotere prioriteit in de Nederlandse politiek geven dan de misplaatste steun aan een halsstarrige Israëlische regering, die nog altijd een beleid voert dat de mensenrechten en talloze internationale verdragen schendt, gedrag dat Nederland in elke andere regering ten sterkste zou afkeuren.

Vijf mei gaat over vrijheid, mensenrechten en democratie. Dat zijn principes die de meeste Nederlanders voor lief nemen. Het zou zonde zijn als wij op die dag onze grenzen sluiten voor de leider van een volk dat nog daadwerkelijk voor deze principes moet vechten en vecht; voor wie, mede door Nederlands toedoen, dit nog slechts beloftes zijn. Een visum verstrekken aan Ismail Haniyeh, zodat hij in Nederland deel kan nemen aan een discussie over de vreedzame oplossing van de problematiek van de Palestijnen. Ik kan me voor de vijf mei viering geen normalere gang van zaken bedenken.

09 april 2007

Nederland in Afghanistan

Deze column werd op 09/04/2007 voorgelezen voor Studradio op Holland Centraal.

De afgelopen week was er tweemaal opmerkelijk nieuws uit Afghanistan. De eerste gebeurtenis was de dood van de vijfde Nederlandse soldaat in Uruzgan. Op 6 april kwam een 33-jarig sergeant na een ongeluk onder een Patria pantserwagen terecht. Het tweede opmerkelijke nieuws was de dood van zeven NAVO-militairen in Zuid-Afghanistan. Dit hoorde ik aanvankelijk op het Radio 1 journaal, waar gezegd werd dat ze waren omgekomen toen ze op een landmijn stapte. Mijn eerste gedachte was dat dat dan wel een ongelofelijk brute landmijn moet zijn geweest, om zeven man in een klap om het leven te brengen. Misschien niet echt de gedachte die het meest respectvol is richting de slachtoffers, maar bij vreselijke gebeurtenissen denk je soms rare dingen. Jullie kennen allemaal vast ook wel iemand die op 11 september, 2001 ongewild dacht “nou, ik vond het toch maar lelijke gebouwen.” Maar goed, in Afghanistan is het dus niet veilig, en met elke Nederlandse en andere NAVO-militair die daar om het leven komt rijst de vraag of het voor Nederland nog wel een goed idee is om daar te zijn.

Toen de Tweede Kamer zich voor het eerst boog over de missie ontstonden er al gauw twijfels over de aard van de uitzending. Linkse partijen zoals Groenlinks en de SP waren tegen omdat het een ‘vechtmissie’ zou worden, in plaats van een wederopbouwmissie. Nederland zou niet als uitzendkracht voor Amerika in Afghanistan grootscheepse gevechtshandelingen moeten ondernemen, enzovoorts. Over het daadwerkelijke probleem waar de Nederlanders in Afghanistan nu mee te kampen hebben ging het toen tijdens het debat niet, alhoewel dit obstakel toen wellicht wel te voorzien was. Het probleem waar ik op doel is het volgende. Toen de Kamer debatteerde over de missie was Afghanistan een uitermate onveilig gebied, maar werd het door de Amerikanen en Britten nog steeds voorgesteld als een regio waar het relatief goed ging. De Taliban was met succes verdreven, er waren verkiezingen gehouden, waar men zelfs op vrouwen kon stemmen, er ging miljoenen aan ontwikkelingshulp naartoe om de wederopbouw te bevorderen, en het Afghaanse voetbalteam speelde zelfs opnieuw. Kortom, alhoewel de Amerikanen en Britten in de Pasjtoen regio’s nog wel eens te maken kregen met echte weerstand, ging het over het algemeen goed in Afghanistan, en zeker in de provincie Uruzgan, waar het relatief rustig en veilig was.

De situatie in het land is echter sinds midden 2006 gestaag verslechterd, en daar is één belangrijke reden voor: de regering Bush heeft zich verslikt in Irak, en concentreren zich nu daarop ten koste van hun inspanningen in Afghanistan. Sinds de aanslag op de Al-Askari moskee in Samarra, begin 2006, je weet wel, die moskee met die gouden koepel, is het overduidelijk dat de Amerikanen in Irak niet aan de winnende hand zijn, zoals Bush tot eind vorig jaar volhield. Het antwoord van de Amerikaanse regering is, zoals altijd, het committeren van meer troepen en materieel. Dit terwijl de missie in Irak het Amerikaanse leger al bijna tot het breekpunt heeft belast. Veel soldaten in steden als Bagdad, Fallujah en Mosul zijn inmiddels bezig met hun 2e of 3e toer en staan onder druk om hun aanstelling nog verder te verlengen. Het reservoir aan soldaten in Amerika raakt langzamerhand uitgeput en het leger haalt zijn rekruteringsquota niet, met als gevolg dat de bases in Afghanistan de beste bronnen van getrainde en ervaren soldaten zijn. Dat de Amerikaanse legerleiding er ook zo over denkt bewees de meest recente grote operatie in Irak, de zogenaamde surge in Bagdad, een bijna wanhopige poging om de hoofdstad, tot voor kort dagelijks het toneel van meerder zelfmoordaanslagen en allerlei vormen van gruwelijke vergeldingen, een beetje veiliger te maken. Een deel van de 20.000 gevechtstroepen die het leger nodig had voor deze maatregel kwam uit Afghanistan. En dat heeft directe, merkbare gevolgen gehad voor de veiligheid daar.

De missie in Afghanistan is weliswaar een NAVO-missie, maar het succes ervan valt of staat met de aanwezigheid en sterkte van de Amerikaanse legermacht in dat land. Nog altijd hebben de VS daar verreweg de meeste troepen gelegerd, en hebben zij de meest belangrijke en gevaarlijke gebieden in handen. Als de Amerikanen zouden besluiten om al hun troepen uit Afghanistan terug te trekken, om ze bijvoorbeeld in Irak te legeren, dan is het niet onwaarschijnlijk dat het land weer redelijk snel ten prooi zou vallen aan de Taliban. Sinds de herfst van vorig jaar is er een aanmerkelijke verhoging van het aantal aanvallen van Talibaan-strijders en sinds de surge is dat alleen maar erger geworden. Er is dus een duidelijk causaal verband.

In het publieke debat in Amerika speelt Afghanistan een relatief kleine rol, vergeleken bij het gigantische probleem dat Irak heet. En de oplossing van het conflict in Afghanistan ligt ook in Irak. Als de VS zijn troepen daar kan terugtrekken en zich weer volledig op Afghanistan kan richten, zal dat grote voordelen hebben voor de veiligheid in dat land. Maar daar is de komende twee jaar helaas geen zicht op. Bush heeft tot nog toe aangegeven niet geinteresseerd te zijn in een diplomatieke oplossing, en alles wijst erop dat het Witte Huis nog steeds overtuigd is van de misvatting dat de oorlog in Irak op militair vlak te winnen valt. Het Democratisch congres heeft toch nog toe niet bewezen dat zij de regering in het uitvoeren van haar plannen kan dwarsbomen. Dat is het echte probleem: er is een patstelling in Irak, die ten koste gaat van de veiligheid in Afghanistan, en in Washington ontbreekt het leiderschap om de situatie op te lossen.
Wat betekend dat voor de toekomst van Afghanistan? Waarschijnlijk betekent dat twee jaar doormodderen, terwijl de Taliban het de NAVO steeds lastiger maakt. Slechts bij een wisseling van de wacht in Washinton, in November van 2008, gloort er hoop dat Irak daadwerkelijk wordt opgelost, en dat Afghanistan weer de aandacht van de VS krijgt die zij behoeft.

En betekend dat dan niet dat het goed zou zijn als Nederland zich, tot het zover is, terugtrekt uit Afghanistan? Het is waar dat het een vechtmissie is geworden, maar dat doet er mijns inziens weinig toe. Het Nederlandse leger is in Uruzgan om de bevolking te helpen, en of dat nu is doormiddel van het slaan van putten en bouwen van huizen, of door het afslaan van aanvallen van de Taliban, het is allemaal nuttig werk. De situatie is slecht, maar lang niet uitzichtloos. Er zijn weliswaar 5 militaire gesneuveld, maar nog geen enkele daarvan is een echte combat death. Vergeleken bij andere NAVO-bondgenoten zijn de Nederlanders van Kamp Holland dus vrij veilig. Als Nederland als bondgenoot serieus genomen wil blijven, moet de regering de handdoek nu niet in de ring gooien. De regering Balkenende moet bij de VS aandringen op een wisseling van strategie. Als deze in 2008 echter nog niet veranderd is is dat een teken dat Amerika zijn taak in Afghanistan niet serieus neemt, en heeft Nederland een legitieme reden om daar te vertrekken.